Ontketende liefde

History

De Soedanese Bakhita weet niet wat haar overkomt. Als negen-jarige was ze ontvoerd en een aantal keren op de markt verkocht. Ze is in 1868 in Oglassa geboren, maar weet niet meer hoe ze heet. De slavenhandelaars noemden haar Bakhita, oftewel: Geluk.
En nu staat ze in het huis van de Italiaanse consul, die haar van de markt van de Soedanese hoofdstad Khartoem heeft gehaald. Hij heeft haar vrijgekocht, maar zij weet niet wat vrij zijn is. Als haar nieuwe "baas" iets vraagt klinkt er geen zweep, maar ziet ze een vriendelijk gezicht.
Als de politieke situatie in Soedan verslechtert, roepen de Italianen hun mensen terug. Bakhita vertrekt met Augusto Michieli, een naaste medewerker van de consul. In Italië moet ze voor de kleine Mimmina van de familie zorgen. Maar als de familie Michieli voor langere tijd weer naar Afrika moet, brengen ze Bakhita met hun dochtertje naar de Zusters van Liefde.
Hier leert Bakhita Hem kennen naar wie ze al zo lang op zoek is: "als ik dan keek naar de zon, de maan en de sterren, vroeg ik me altijd af wie de maker en meester van deze mooie dingen zou zijn. Ik voelde een diep verlangen Hem te zien, te kennen en eer te brengen."
Enkele maanden later laat Bakhita zich, 22 jaar oud, op 9 januari 1890, als Josephina dopen.
Wanneer de familie Michieli terugkomt om hun huisgenoten op te halen, vraagt de Soedanese of zij bij de zusters mag blijven. Met pijn in het hart geeft de familie toe aan het verlangen. Josephina wil God dienen. Eindelijk heeft ze Hem leren kennen, en Hij heeft haar al zoveel bewijzen van Zijn liefde gegeven.
De zusters zetten Josephina overal in, ze kookt, naait en borduurt en als de bel van het klooster klinkt, is ze nooit te moe open te gaan doen. Iedereen kent haar als de lachende zuster.
Deze glimlach zal zuster Josephina heel haar leven vasthouden. Ook als zij aan het einde van haar leven een langdurig ziekbed heeft met veel pijn. Maar als ze slaapt verdwijnt de glimlach. Dan horen de zusters haar kreunen: "alsjeblieft, maak de kettingen los, ze zijn zo zwaar".

Op 8 februari 1947 komt aan deze beproeving een eind. (Romeins Martyrologium, blz. 159). De andere zusters zien hoe Josephina begint te staren en fluistert: "Maria, Maria".
Dan begint haar gezicht te stralen. Josephina Bakhita is thuis.

Paus Johannes Paulus II verklaart haar in 2000 heilig.

Bron: Katholiek Nieuwsblad